PYGRAM-WISKUNDIG
Opdracht W2
Laat het kleine vierkant weg.
Gebruik de overige acht Pygramstukjes om zo veel mogelijk verschillende
convexe figuren te maken. (je moet alle stukjes gebruiken).
Wat denk je, kun je met deze acht stukjes minder of juist meer convexe
figuren maken dan met alle negen stukjes?
Twee figuren zijn verschillend als ze niet congruent zijn.
Een figuur heet convex als elke twee punten binnen de figuur verbonden
kunnen worden door een lijnstuk dat zelf ook helemaal in die figuur ligt.
(Er komen dus geen gaten of inhammen voor; de hoeken van de figuur zijn
kleiner dan 180°)
Convexe figuren
|
Concave figuren
|
Als we de acht stukjes beter
bekijken zien we dat we in het totaal 16 congruente gelijkbenige
rechthoekige driehoekjes hebben.
We zoeken alle convexe figuren die bestaan uit die 16 driehoekjes.
We hebben er met de hulp van Aad en Helmut 16 gevonden. Er zijn er dus 3
meer dan bij W1.
We zoeken naar convexe figuren naargelang de omgeschreven rechthoek.
Ga met de muisaanwijzer over de vorm
en je ziet een oplossing
2x4 rechthoek
|
2x5 rechthoek
|
2x5 rechthoek
|
3x4 rechthoek
|
3x5 rechthoek
|
|
4x4 rechthoek
|
4x6 rechthoek
|