PYGRAM-WISKUNDIG
Opdracht W1
Gebruik de negen
Pygramstukjes om zo veel mogelijk verschillende convexe figuren te
maken. Twee figuren zijn verschillend als ze niet congruent zijn.
Een figuur heet convex als elke twee punten binnen de figuur verbonden
kunnen worden door een lijnstuk dat zelf ook helemaal in die figuur ligt.
(Er komen dus geen gaten of inhammen voor; de hoeken van de figuur zijn
kleiner dan 180°)
Convexe figuren
|
Concave figuren
|
Als we de negen stukjes beter
bekijken zien we dat we in het totaal 18 congruente gelijkbenige
rechthoekige driehoekjes hebben.
We zoeken alle convexe figuren die bestaan uit die 18 driehoekjes.
We zoeken naar convexe figuren naargelang de omgeschreven rechthoek.
Ga met de muisaanwijzer over de vorm
en je ziet een oplossing
2x5 rechthoek
2x6 rechthoek
|
3x3 rechthoek
|
3x4 rechthoek
4x4 rechthoek
|
6x3 rechthoek
|
Deze stropdas en mes kregen we van Aad van de Wetering.
5x5 rechthoek
|
5x6 rechthoek
|
|